Andreas Aangenendt werd geboren te 's-Hertogenbosch op 11 februari 1870 aan de Tolbrug wijk C no 247 als zoon van Peter Hendrikus Aengenendt en Meggelina van Bergen en overleed te 's-Hertogenbosch op 1 april 1922. Volgens de burgerlijke stand van ’s-Hertogenbosch was hij timmerman, bouwkundige en aannemer en sinds 14 mei 1895 gehuwd met Maria Theodora Wierts * 's-Hertogenbosch 29 februari 1872 - † 's-Hertogenbosch 6 februari 1964. Andreas Aangenendt woonde, sinds zijn trouwen in 1895, in bij zijn schoonmoeder. Deze Hendrika Leenders, weduwe sinds 1885, dreef op de Bossche Markt wijk B no 13, een kaas- en viswinkel.
Andreas Aangenendt was opzichter bij de timmerlieden, die werkzaam waren bij de bouw van het station van Eduard Cuypers in Den Bosch. Korte tijd na de geboorte van zijn eerste zoon Piet, verhuisde hij met zijn gezin en aannemersbedrijf naar de Vughterdijk, wijk I nr. 17.André was, na de voltooiing van het station, een aannemers- annex architectenbedrijf gestart, dat al snel floreerde. Hij nam grote projecten aan, onder andere de bouw van een aantal postkantoren.
Zijn naam duikt in december 1900 op als aannemer van de sloop van kasteel Meerwijk aan de Dieze in opdracht van de eigenaar Johannes Antonius Smits. De stenen en het hout die bij de sloop vrijkwamen werden in februari 1901 door aannemer Aangenendt openbaar verkocht. Waarschijnlijk heeft hij ook de vernieuwbouw van het landhuis / kasteel naar ontwerp van Henricus J. Pastoor (1853-1920) in het voorjaar van 1901 op die plek, voor zijn rekening genomen. In opdracht van eigenaar J.A. Smits bouwde architect H.J. Pastoor en aannemer A.J. Aangenendt zes beneden- en zes bovenwoningen op het terrein Siberië, aan de noordzijde van de Dieze. Een jaar later werd er nogmaals een complex woningen op die plek gebouwd door dat zelfde trio. In 1900 bouwde architect en aannemer ook het woonhuis van J.A. Smits aan de Jan Heinstraat.A.J. Aangenendt was vanaf 1895 als bouwkundige-aannemer ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in ’s-Hertogenbosch. Sinds 1905 was hij oprichter en voorzitter van de afdeling ’s-Hertogenbosch van de Algemene Nederlandse Aannemersbond. Hij was mede-oprichter van de ’s-Hertogenbossche Vereniging van Huiseigenaren. Tevens bekleedde hij bestuursfuncties bij de Nederlandse Bond van Bouwvakpatroons en Sociëteit de Katholieke Kring in Den Bosch.
Op 23 maart 1905 vertrok het gezin naar Ginneken, omdat vader André daar de bouw van een tuchthuis aldaar had aangenomen. Het gezin kwam in 1907 weer terug naar Den Bosch en ging nu wonen op het Ortheneinde, wijk B nr. 94. Daar werden de jongste twee kinderen van het gezin geboren, dat nu in totaal zeven kinderen telde.
Bouw Sint-CathrienkerkNa zijn terugkeer naar Den Bosch nam Andres Aangenendt enkele grote projecten aan, zoals de bouw van de Sint-Catharinakerk van architect Jan Stuyt in 1916-1917. Op 29 december 1915 had de aanbesteding plaats. De laagste inschrijver was de Heer A.J. Aangenendt teOp 4 januari 1916 werd het werk gegund aan A. Aangenendt. En op 5 januari 1916 werd een onderhandse overeenkomst gesloten tussen kerkbestuur en de 'Industriële Maatschappij' van F.J. Stulemeijer & Co te Breda. Voor een bedrag van ƒ 12.611,00 gulden werden de benodigde gewapend betonwerken voor de koepel e.d. uitgevoerd. Aannemer Aangenendt begon op 17 januari 1916 met de sloopwerken aan de oude waterstaatskerk aan het Kruisbroedershof. Pastoor Sweens legde op 3 mei 1916 de eerste steen in aanwezigheid van o.a. architect Jan Stuyt en aannemer A. Aangenendt. De aannemer ontving toen zijn tweede termijn (ƒ 8.808,-). In juli 1916 was de bouw zover gevorderd, dat Stulemeijer met de werkzaamheden voor de betonnen koepel kon beginnen. Hieraan werd tot maart 1917 gewerkt. Na het ontkisten begon de bekende kerkschilder Jan Oosterman volgens een iconografisch plan het koepelgewelf te beschilderen. Op 13 mei 1918 werd de nieuwe Sint-Cathrienkerk officieel ingewijd. De bouw van betonwoningen in de wijk Hinthamerpoort in 1921 in Den BoschOm aan de eis van de gemeenteraad gehoor te geven, om een aanzienlijk aantal werkloze sigarenmakers bij de nieuwbouw van woningen in de stad te betrekken, werd gekozen voor bouwen in betonsteen, aangezien er bij baksteenbouw veel minder ongeschoolden te werk gesteld konden worden. Vanaf 1920 werden daarom door de gemeente woningbouwprojecten voorbereid in de nieuwe wijken Hinthamerpoort en Bossche Pad, die zouden worden gebouwd in betonsteen. Omdat Bossche aannemers weigerden zich met betonsteenbouw bezig te houden, werd de bouw van de eerste en tweede groep woningen gegund aan de Utrechtse firma Bredero. Bij de inschrijving voor het derde betonwoningcomplex kwam de Bossche aannemer A.J. Aangenendt met de laagste offerte. Hem werd het werk voor nieuwbouwwoningen aan het Eikendonkplein e.o. gegund. Dit zal waarschijnlijk zijn laatste klus zijn geweest als aannemer. Op 1 april 1922 overleed André onverwachts aan een acute buikvliesontsteking. Het aannemersbedrijf ging korte tijd na het overlijden van Andre Aangenendt failliet. |
Bronnen | |
• | Meerwijk, buitenleven aan de Dieskant, Engelen 2019 |
• | 'In memoriam A. Aangenendt' in: PNHC, 4 april 1922. |
• | Jaarboek van een bouwpastoor A. Sweens |
• | Ed Smits en Hans Willems, 'Bosch beton' in: 25 jaar bouwhistorie in ’s-Hertogenbosch (2000) 206-214 |
• | J. van der Vaart, 'De koepel van de St.Cathrien' in: Bossche Encyclopedie |